-
1 man en vrouw
man en vrouwhusband/man and wife -
2 jacht maken op een man/een vrouw
jacht maken op een man/een vrouwbe after a man/a womanVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > jacht maken op een man/een vrouw
-
3 de rolverdeling tussen man en vrouw
de rolverdeling tussen man en vrouwVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de rolverdeling tussen man en vrouw
-
4 vrouw
1 [vrouwelijk persoon] woman3 [speelkaart] queen♦voorbeelden:een alleenstaande vrouw • a single/an unattached womanachter de vrouwen aanzitten • chase (after) women, womanizede werkende vrouw • working women; 〈 vrouwen die voor een carrière kiezen in plaats van een gezin〉 career womenOnze-Lieve-Vrouw • Our Ladyeen vrouw achter het stuur • a woman driver2 man en vrouw • husband/man and wifehoe gaat het met je vrouw? • how's your wife?een dochter van zijn eerste vrouw • a daughter by his first wife4 de vrouw des huizes • lady/mistress of the house -
5 vrouw/man alleen
vrouw/man alleensingle man/womanVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > vrouw/man alleen
-
6 een man met een vrouw in de echt verbinden
een man met een vrouw in de echt verbindenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een man met een vrouw in de echt verbinden
-
7 ongepast voor een vrouw/man
ongepast voor een vrouw/mannot fitting for a woman/manVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > ongepast voor een vrouw/man
-
8 overspelige man/vrouw
overspelige man/vrouwadulterer, adulteressVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > overspelige man/vrouw
-
9 dat is nog eens een flinke vent/mooie vrouw
dat is nog eens een flinke vent/mooie vrouw(now) that's what I call a real man/a beautiful womanVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > dat is nog eens een flinke vent/mooie vrouw
-
10 jacht
I 〈 het〉1 [zeilboot; motorjacht] yachtII 〈de〉3 [jachttijd] (open) season♦voorbeelden:lange jacht • coursingjacht maken op • hunt 〈 wild〉; shoot 〈 klein wild〉; hunt (for) 〈 persoon〉; pursue 〈 eer, rijkdom〉; 〈 van roofdier〉 hunt, prey onop jacht gaan • go (out) hunting; go (out) shooting 〈 klein wild〉; 〈 van roofdier〉 go hunting, prowl4 jacht maken op een man/een vrouw • be after a man/a womanjacht maken op oorlogsmisdadigers • hunt down war criminalsde jacht met de camera • the great picture huntop jacht zijn naar iets • be on the hunt for something -
11 geëngageerd
-
12 lelijkerd
-
13 pleurislijder
pleurislijder, pleurislijdster2 [iemand met pleuritis] pleuritic -
14 rolverdeling
♦voorbeelden: -
15 weglopen
1 [naar elders gaan] walk away/off3 [wegvloeien] run off/out4 [sport] break/pull away (from)5 [+ met] [veel ophebben met] be taken with/by ⇒ think much/the world of♦voorbeelden:1 hard weglopen • run away/offdat loopt niet weg • that can waitweglopen voor een hond • run away from a dogde weggelopen poes is terug • the lost cat has returned〈 figuurlijk〉 weggelopen lijken (uit een boek/film/periode) • look like someone who/something that has walked right out (of a book/film/period)hij was niet eens verrast dat zijn vrouw bij hem was weggelopen • he wasn't even surprised that his wife had walked out on himweggelopen: cyperse kat 〈enz.〉 • lost: tabby cater is wijn/olie uit het vat weggelopen • wine/oil has leaked out of the barrel -
16 mannetjesputter
2 [iemand die knap in zijn vak is] aceVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > mannetjesputter
-
17 stuk
stuk1〈 het〉1 [deel] piece ⇒ part, fragment, 〈 land〉 lot, length 〈 stof, plank, koord〉 〈ook → link=stukje stukje〉2 [(grote) hoeveelheid] lot7 [document] document, paper10 [muziekstuk] piece (of music)13 [gestalte] stature, build♦voorbeelden:1 stukken en brokken • bits and pieces, odds and endsiets in stukken snijden • cut something up (into pieces)een stuk met iemand meelopen • accompany someone part of the way〈 figuurlijk〉 werken dat de stukken er af vliegen • work with a vengeance/at full tiltiets aan stukken slaan/gooien • knock/smash something to piecesiets in stukken scheuren • tear something to pieceshet perceel werd in drie stukken verdeeld • the parcel was divided into three lotseen stuk uit een boek voorlezen • read a passage/section from a book〈 figuurlijk〉 een man uit één stuk • a man of character/of honour, salt of the earthuit één stuk vervaardigd • made in/of one pieceeen goed stuk werk • a fine piece of workeen stuk beter • much/a lot betterstukken beter • quite a lot/far bettermijn klas is een heel stuk voor • my class is well aheadzij is een stuk afgeslankt • she has lost quite a bit of weightdat zou ons een stuk verder brengen • that would help us a lotiets/iemand met stukken slaan • defeat someone/something by a large marginop geen stukken na • not by a long way/shot/ 〈 Brits-Engels ook〉chalk, not nearly3 een stuk gereedschap • a piece of equipment, a tooleen stuk speelgoed • a toyeen groot stuk zeep • a large cake/tablet of soapsigaren van twee gulden per stuk • cigars of two guilders each/apiece/a pieceper stuk verkopen • sell by the piece/singlystuk voor stuk werden de onderdelen vervangen • the parts were replaced one by onehet zijn stuk voor stuk deugnieten • they're rascals, every one of themtwintig stuks vee • twenty head of cattlevier stuks bagage • four pieces of luggageeen stuk of tien appels • about ten/ten or so apples4 aangetekend stuk • registered mail/letter/item5 een lekker stuk • a nice bit of skirt/stuff/crumpetiets met de stukken kunnen bewijzen • have documents to prove something11 een stuk in een broek zetten • patch a pair of trousers/ Apantshij had stukken op zijn ellebogen • he had elbow patches〈 informeel〉 een raar stuk vreten • a rum customer, a right one13 klein van stuk • small, of small stature, shortstukken aan toonder • bearer securities¶ op zijn stuk blijven staan • hold one's ground, stick to one's gunsvan zijn stuk raken • lose one's head, be put off one's balanceiemand van zijn stuk brengen • unsettle/unnerve/disconcert someoneeen stuk in de kraag hebben • be tight/plasteredop het stuk van … • as far as … is concerned————————stuk21 [aan stukken] apart, to pieces3 [onder de indruk, ingenomen met] impressed (by)♦voorbeelden:het kopje viel stuk • the cup fell to pieces/fell and brokeiets stuk maken • break/ruin something -
18 alleen
♦voorbeelden:1 vrouw/man alleen • single man/womanhij is graag alleen • he likes to be alone/by himselfhet alleen klaarspelen • manage it alone/on one's ownalleen staan • be on one's ownhelemaal alleen • all/completely aloneeen kamer voor hem alleen • a room (all) to himselfik alleen wens u te spreken • I'm the only one who wants to talk to youalleen in het weekeinde geopend • only open at weekendsII 〈 bijwoord〉♦voorbeelden:de gedachte alleen al • the mere/very thoughtzijn toezegging alleen al was genoeg • his promise was enough in itselfalleen al hierom • if only because of thisik wilde u alleen maar even spreken • I just wanted to talk to youal was het alleen maar om/omdat • if only for (the fact that)alleen maar aan zichzelf denken • only think of oneselfniet alleen … maar ook • not only … but also2 alleen al het feit dat … • the very/mere fact that … -
19 baas
1 [chef, leider] boss3 [met betrekking tot een huisdier] owner♦voorbeelden:1 eigen baas zijn • be one's own master/bossiemand de baas blijven • keep the upper hand over someoneiemand/iets gemakkelijk de baas kunnen • easily get the better of someone/somethingde moeilijkheden de baas kunnen/zijn • cope with/deal with the problemsde situatie /zijn gevoelens de baas zijn • be in control of the situation/one's feelingsde Japanners zijn ons de baas op het gebied van de elektronica • the Japanese are ahead of us in electronicszijn vrouw is de baas in huis • his wife wears the trousers -
20 die
1 [om iemand/iets aan te wijzen] that; 〈 meervoud〉 those; 〈 zonder zelfstandig naamwoord〉 that one; 〈 meervoud〉 those (ones)2 [als terugwijzing] that; 〈 meervoud〉 those; 〈 zonder zelfstandig naamwoord〉 that one; 〈 meervoud〉 those (ones)♦voorbeelden:1 heb je die nieuwe film van Godard al gezien? • have you seen this new film by Godard?die grote of die kleine? • the big one or the small one?die stem van hem • that voice of hisniet deze maar die (daar) • not this one, that onedat meisje met die groene jurk • that girl in the green dressdie en die • so and so, such and suchop die en die dag • on such and such a daydie griet is gek • she's a nutcasedie tijd is voorbij • those times are overken je die? • do you know him/her?wie? die met die lange haren • who? the one with the long hairdie van mij/jou/hem/haar/ons/jullie/hen • mine/yours/his/hers/ours/yours/theirsze draagt altijd van die korte rokjes • she always wears (those) short skirtsken je die van die Belg die … • do you know the one about the Belgian who …?dat zijn van die rare mensen • they're such odd peoplemet alle gevolgen van dien • with all that that entailsdie is goed • that's a good onehet is een rare vent, die Jan • he's a strange guy, Jan iso, die! • oh, him/her!waar is je auto? die staat in de garage • where's your car? it's in the garagewas Jan er ook? nee, die moest werken • was Jan there? no, he had to workdie zit! • bullseye!, touché!〈 informeel〉 die Jan toch • that Jan!1 the♦voorbeelden:hij heeft zijn werk gedaan met die nauwkeurigheid die je van hem mag verwachten • he has worked with the accuracy one has come to expect from him1 [antecedent nog niet geheel bekend] that ⇒ 〈 persoon ook〉 who, 〈 als voorwerp ook〉 whom, 〈 zaak ook〉 which, 〈 zonder onderwerp vaak ook onvertaald〉♦voorbeelden:de kleren die u besteld heeft • the clothes (that/which) you orderedde man die daar loopt, is mijn vader • the man (that's/who's) walking over there is my fatherde mensen die ik spreek, zijn heel vriendelijk • the people (who/that) I talk to are very nicedezelfde die ik heb • the same one (as) I've goter is hier iemand die u wil spreken • there's somebody here (who/that) wants to see youniemand die het weet • nobody knows2 zijn vrouw, die arts is, rijdt in een grote Volvo • his wife, who's a doctor, drives a big Volvo
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Man, Vrouw, Hondje — Directed by Nicole van Kilsdonk Written by Olivier Nilsson Julien, Nicole van Kilsdonk Release date(s) May 12, 1999 Running time … Wikipedia
Broeders van Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes — Die Broeders van Onze Lieve Vrouw van Lourdes sind ein katholischer Männerorden. Es handelt sich bei ihnen um eine Brüdergemeinschaft, die am 25. November 1830 in Ronse (Belgien) von Stefanus Modestus Glorieux unter dem Namen Broeders van Goede… … Deutsch Wikipedia
De man op den achtergrond — Directed by Ernst Winar Written by Eduard Ijdo Heinz Salmon Cinematography Joe Rive Editing by Ernst Winar … Wikipedia
Mann — 1. A blind man may perchance hit the mark. – Tauben und Hühner Zeitung (Berlin 1862), Nr. 6, S. 46. 2. A Mann a Wort oder a Hundsfott. (Ulm.) 3. A Mann wie a Maus ün a Weib wie a Haus is noch nit gleich. (Jüd. deutsch. Warschau.) Will sagen, dass … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
A Perfect Match (film) — For other uses, see A Perfect Match (disambiguation). A Perfect Match US film poster Directed by Miel Van Hoogenbemt … Wikipedia
Pas sérieux s'abstenir — (Man zkt vrouw) est un film belge réalisé par Miel Van Hoogenbemt, sorti en 2007. Sommaire 1 Synopsis 2 Fiche technique 3 Distribution 4 Commentaires … Wikipédia en Français
Maria Popistasu — Maria Popistaşu (* 21. Januar 1980 in Bukarest; eigentlich Alina Maria Popistaşu) ist eine rumänische Schauspielerin. Inhaltsverzeichnis 1 Biografie 2 Filmografie 3 Auszeichnungen 4 Weblinks … Deutsch Wikipedia
Popistasu — Maria Popistaşu (* 21. Januar 1980 in Bukarest; eigentlich Alina Maria Popistaşu) ist eine rumänische Schauspielerin. Inhaltsverzeichnis 1 Biografie 2 Filmografie 3 Auszeichnungen 4 Weblinks … Deutsch Wikipedia
Maria Popistașu — (* 21. Januar 1980 in Bukarest; eigentlich Alina Maria Popistașu) ist eine rumänische Schauspielerin. Inhaltsverzeichnis 1 Biografie 2 Filmografie 3 Auszeichnungen … Deutsch Wikipedia
Teufel — (s. ⇨ Teixel). 1. A mol muess ma m Teuffel uff de Wedel treta. – Birlinger, 1036. 2. All, wat de Düwel nich lesen kann (will), dat sleit he vörbi (oder: sleit he äwer). – Frommann, II, 389, 123; Eichwald, 346; Goldschmidt, 57; Kern, 1430. 3. Als… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Dutch grammar — series Dutch grammar Dutch verbs Dutch conjugation t kofschip T rules Dutch nouns Dutch declension Gender in Dutch grammar Dutch orthography Dutch dictionary IJ Dutch phonology … Wikipedia